De benodigde capaciteit voor niet-geïndiceerde wijkverpleegkundige taken?

Een Wijkanalyse in Den Haag

http://www.invoorzorg.nl/docs/ivz/professionals/Rapport_wijkanalyse_wijkverpleegkundige_capaciteit_DenHaag.pdf

ProZorg en het NIVEL hebben voor de stad Den Haag een berekening gemaakt van de benodigde capaciteit aan ‘vrije regelruimte’ voor de wijkverpleegkundigen, oftewel de benodigde capaciteit voor de niet-geïndiceerde wijkverpleegkundige taken. Dit onderzoek is onderdeel van het ZonMw programma ‘Zichtbare schakel, de wijkverpleegkundige voor een gezonde buurt’. Deze wijkverpleegkundigen hebben een signalerende en verbindende functie.

Zelfstandige projecten

Niet-geïndiceerde wijkverpleegkundige zorg dient in sterkere mate te worden ingezet naarmate wijken een hogere achterstandsscore hebben. In het onderzoek is een wijkanalyse uitgevoerd om te komen tot een verdeelsleutel van de benodigde capaciteit. Dit komt neer op: 2,5 fte per 10.000 inwoners in lage statuswijken; 1,4 fte per 10.000 inwoners in wijken met een gemiddelde sociaal-economische status en 0,4 fte in wijken met een hoge sociaal-economische status.

In Den Haag is er voor gekozen de ZonMw Zichtbare Schakelprojecten als zelfstandige projecten neer te zetten. De wijkverpleegkundigen die functioneren als zichtbare schakel verrichten hierbij alleen niet-geïndiceerde taken. Op andere plaatsen in Nederland is er vaker voor gekozen deze niet-geïndiceerde taken te laten uitvoeren door brede wijkverpleegkundigen die ook de geïndiceerde zorg tot hun taken rekenen. In Den Haag biedt het de mogelijkheid specifiek te kijken naar deze niet-geïndiceerde taken.

Inzet naar inzicht

De inzet van de wijkverpleegkundige in de projecten ligt dus voor de indicatie-drempel. Ze heeft als professional een eigen verantwoordelijkheid en hoeft zich daarover niet tegenover andere partijen te verantwoorden. Daardoor kan zij zich richten op groepen en activiteiten die er naar haar professionele inzicht toe doen. De reden voor het inzetten van hulp is in veel gevallen een gevoel van ‘niet pluis’.

Aanbevelingen

De rapportage sluit af met een aantal aanbevelingen. De belangrijkste daarvan is de hier uitgevoerde analyse te herhalen in andere regio’s om zo te achterhalen of de sterke samenhang met de sociaal-economische status (SES) in Nederland als totaal bestaat en welke andere variabelen eventueel daarbij belangrijk blijken.

Huidige gezondheidszorgsysteem reactief en tijdrovend

Geciteerd uit het proefschrift van  Nienke Bleijenberg

De vergrijzing neemt wereldwijd snel toe, van 461 miljoen ouderen (i.e. 65 jaar of ouder) in 2004, tot naar schatting een biljoen ouderen in 2050. In Nederland bedroeg het percentage ouderen in 2011 15%, dit zal naar verwachting toenemen tot ongeveer 25% in 2040. Ondanks dat de populatie ouderen zeer heterogeen is in termen van gezondheid en zelfredzaamheid willen de meeste ouderen graag zo lang mogelijk zelfstandig thuis blijven wonen, met een goede kwaliteit van leven. Echter, de mogelijkheid om dagelijkse activiteiten (ADL) uit te voeren zoals wassen en aankleden, of instrumentele activiteiten ( IADL) zoals boodschappen doen, worden vaak bedreigd door met veroudering samenhangende gezondheidsfactoren, zoals multimorbiditeit en verlies van verschillende domeinen van het functioneren. Op dit moment is de zorg voor ouderen met meerdere aandoeningen suboptimaal en sluit niet aan op de behoeften van ouderen. Ouderen ervaren bijvoorbeeld een gebrek aan overzicht en continuïteit tussen verschillende zorgverleners. Daarnaast is het huidige gezondheidszorgsysteem reactief en tijdrovend en is er weinig aandacht voor functionele preventie en welbevinden. Dit resulteert in onnodig verlies van fysiek functioneren en een verminderde kwaliteit van leven. Een transitie naar proactieve zorg in de eerstelijnszorg is nodig om het fysiek functioneren van ouderen zo lang mogelijk te behouden. Dit is een uitdaging voor zorgverleners, met name in de eerstelijn.

In de literatuur wordt vroegtijdige identificatie van ouderen met een verhoogd risico op functionele achteruitgang, gevolgd door een verpleegkundig zorgprogramma, beschreven als een veelbelovende aanpak om functieverlies bij ouderen te voorkomen. De kwetsbare ouderen die nog niet ernstig beperkt zijn, of slechts een beginnende mate van functieverlies ervaren, waarschijnlijk de meeste voordelen ervaren van preventieve interventies. Uit het onderzoek bleek dat ouderen met een lage opleiding, problemen met traplopen, vallen, urine incontinentie en verminderde eetlust waren geassocieerd met een hogere mate van kwetsbaarheid en complexiteit van zorg en een lagere kwaliteit van leven.

Het wijkschakelteam heeft in de wijk Overvecht vanaf 2010 tot heden > 750 ouderen preventief bezocht met als doel gezondheid- en welzijnsproblemen bij deze groep proactief te signaleren en vroegtijdig passende en samenhangende hulp te bieden. Einddoel is dat kwetsbare ouderen een zo goed mogelijke kwaliteit van leven behouden en zo lang mogelijk de regie over het eigen leven behouden, ook als ze zorg of ondersteuning daarbij nodig hebben. De vier wijkverpleegkundigen van Zorgwacht, werkzaam in Overvecht, zijn hiertoe het aanspreekpunt voor de ouderen bij hulpvragen over gezondheid, welzijn, veiligheid en wonen.

Kabinet wil wijkverpleegkundige in sociaal wijkteam

 

Bron: Zorgimpuls

Kabinet wil wijkverpleegkundige in sociaal wijkteam

Publicatiedatum: 4 februari 2014 – 09:53

Minister Plasterk en staatssecretaris Van Rijn hebben als reactie op de uitkomsten van de ledenraadpleging VNG een brief opgesteld voor de VNG. Hierin gaan zij onder meer in op de positie van de wijkverpleegkundigen.

De taken van wijkverpleegkundigen en de vereiste participatie met gemeenten en in de sociale wijkteams worden wettelijk vastgelegd in het besluit zorgaanspraken krachtens de Zvw. Daarin is opgenomen dat wijkverpleegkundigen moeten participeren in een sociaal wijkteam (indien aanwezig). Coördineren, signaleren, coachen vallen expliciet onder de wettelijke aanspraak van de wijkverpleging, evenals individuele, geïndiceerde preventie.

De financiering van de beschikbaarheid van de wijkverpleegkundigen voor deelname aan de sociale wijkteams en hun werkzaamheden worden wettelijk geborgd in de NZa-beleidsregels. In de bekostiging wordt dus een deel van het budget hiervoor beschikbaar gesteld. Het gaat om “niet-toewijsbare zorg”, zoals de mogelijkheid om “achter de voordeur te komen” en deelname in een sociaal wijkteam. Dat betekent dat zorgverzekeraars en gemeenten afspraken moeten maken over de inzet van de wijkverpleegkundigen.

Het kabinet ziet sociale wijkteams als een belangrijk instrument voor integraal werken. Ze is voornemens hiervoor in 2014 €7 miljoen (incidenteel) te bestemmen uit de eindejaarsmarge 2013 op de VWS-begroting. De staatssecretaris van VWS, zorgverzekeraars en gemeenten gaan een samenwerkingsagenda opstellen met onderwerpen waarop samenwerking nodig is, de wijze waarop en de handelswijze bij signalen van niet c.q. onvoldoende samenwerking.

Meer informatie

Zie voor meer informatie de brief aan de VNG over de uitvoering van de nieuwe wet maatschappelijke ondersteuning.

Diplomering Zorgwachters op 10 januari 2014

Op vrijdag 10 januari wordt de januari 2013 groep Zorgwachters beloond voor haar harde werken. 14 leerlingen ontvangen hun diploma “Helpende Zorg en Welzijn op MBO 2 niveau”. De feestelijke diplomering wordt bijgewoond door vrienden, familie, medewerkers van de Gemeente Utrecht, Centrum Werk en Inkomen, docenten van het Summa college en teamleiders van de zorginstellingen Aveant en Careyn.

De leerlingen zijn:

Renate de Bie, Marsha van ’t End, Sangeeta Gangapersad, Zeinab Hassan Kasmasid, Priscilla Imhof, Maliheh Karimi Zadeh, Patricia Klaassen, Debby Maaswinkel, Sofia Martins de Fonseca, Denise Masia Serrano, Audrey Oosthuizen, Mohamed Rakkab en Sharon Toledo.

Allen van harte gefeliciteerd.

Nieuwe groep leerlingen gestart!

Op 6 januari j.l. zijn er 21 nieuwe leerlingen gestart met de opleiding “Helpende zorg en welzijn, MBO niveau 2”. De groep bestaat uit 19 vrouwen en 2 mannen.